Schrijfsels

Schrijfsels

Levenslesje

Samen met mijn dametje-van-5 ging ik naar een proefles turnen. Ze had het boekje van Sjors Sportief uitvoerig bestudeerd en zelf besloten dat ze dit wilde gaan proberen. ‘Zeker?’ Ja, zeker.

Gisteren was het zover. We kwamen aan bij de sporthal , en in de kleedkamer zag ik de spanning op haar gezichtje al. Veel grote en kleine mensen, veel geluid, spanning van de andere kinderen, spanning van de ouders. (Want waren we wel in het goede kleedlokaal, mochten we er bij blijven en moesten we onze schoenen dan uit?)
Het overviel haar allemaal een beetje, haar aanvankelijke enthousiasme werd minder en overprikkeld en zenuwachtig ging ze de gymzaal in. Het duurde niet lang voor ze huilend bij me zat.

Ik knuffelde haar, zei dat ik zag dat ze het spannend vond, en dat ze gewoon dadelijk weer mee mocht doen als ze dat wou. Niks aan de hand.
Ze probeerde het nog een keer, maar weer werd het haar te veel. We deden haar vestje aan, en besloten dat we gewoon gingen kijken naar deze turnles. ‘Dan weten we thuis hoe we moeten turnen, toch mama?’ zei ze tussen de tranen door. Zo is het maar net.
Een kwartier voor de eindtijd was ‘haar’ groepje bij de trampoline. ‘Dat kan ik denk ik wel mama.’ Prima, dan ga maar eens van dichtbij kijken. En als je wil, doe je mee. Ze ging, sprong, genoot. Daarna mocht ze ook nog op de balk, supertrots liep ze daar. Met een lachend snoetje deed ze mee aan het afsluitend tikspelletje.

Toen we weer omgekleed waren en naar buiten liepen, vroeg ik haar of ze wist waarom ze het nou zo spannend vond.
‘Ik wist niet hoe ik de koprol moest doen’, geeft ze als antwoord. Ik weet dat er meer aan de hand is, maar laat het hierbij.
‘Zullen we afspreken dat je dat de volgende keer dan gewoon even zegt?’ Afgesproken.
Later op de dag vertelt ze tegen papa hoe de turnles was; ‘In het begin vond ik het een beetje spannend, maar het was keileuk! Ik ging op de trampoline, en….’

Ik ben trots op mijn meisje, dat ze dicht bij zichzelf is gebleven, en zichzelf herpakt heeft. Dat ze ondanks haar zenuwen uiteindelijk toch genoten heeft.
En ik ben ook een beetje trots op mezelf. Want voor je het weet floepst er in zo’n situatie als deze een opmerking als ‘Het is niet eng’, ‘Kijk, alle kindjes doen mee!’, ‘Dit kun jij toch?’ of ‘Niet zo flauw!’ uit.
Of juist ‘Ach schatje, vind je het zo spannend?’, ‘Je hoeft niet mee te doen hoor…’ of ‘Het is ook best moeilijk’.
En in beide gevallen had ik mijn dochtertje niet serieus genomen. Had ik haar emoties niet gelaten voor wat ze waren, maar had ik er mijn eigen stempel op gedrukt door ze voor haar in te vullen.

Het was me gelukt om haar te laten ervaren dat het oké was. Dat het oké was om te voelen wat ze voelde, dat het oké was om niet zomaar met de rest mee te lopen terwijl ze zich er niet fijn bij voelde. Dat het oké was om de veiligheid even bij mij te zoeken (dat mag gewoon als je 5 bent) om daarna weer met rust en plezier wél mee te gaan doen.
Hierdoor kijkt ze nu niet terug op een mislukte of ‘stomme’ turnles, maar op een leuke les met een spannend begin. Niet meer en niet minder.
Weer een opvoeduitdaging getackeld… op naar de volgende!