Schrijfsels

Schrijfsels

Een magisch geprek

We kijken een filmpje waarin de jongens en meiden van ‘Kinderen voor kinderen’ een jongetje te hulp schieten. Hij heeft te maken met nare opmerkingen van klasgenoten, en wil graag tips over hoe kan hij daarmee om kan gaan.
Daar denken wij ook graag over mee, ’toevallig’ gaat deze Sta SIJS-workshop namelijk over grenzen aangeven.

Al pratend over oplossingen voor het probleem van Loic, komt de uitdrukking ‘voor jezelf opkomen’ ter sprake. Wat betekent dat eigenlijk?
Ik verwacht dat dit een lastige vraag is, en heb al een mooie definitie voorbereid. Niet nodig, blijkt als iemand zegt: ‘Gewoon, dat je iets doet waardoor jij het ook fijner krijgt.’
Tja. Dat dus. Niet meer en niet minder. Beter kan ik het zelf niet verwoorden.

Ik introduceer de leeuw, de schildpad en de pauw. Zij geven ieder op hun eigen manier hun grens aan. De leeuw durft veel, hij weet wat hij wil en komt dus met kracht voor zichzelf op. De schildpad denkt rustig na voordat hij iets doet, en trekt zich terug als het hem teveel wordt. De pauw is trots, en zorgt goed voor zichzelf. Dat doet ze op een vriendelijke manier, rekening houdend met een ander.

We bespreken de verschillende manieren van reageren. Dat er geen goed of fout is, maar dat je soms wel bewust kan kiezen. We ontdekken welk dier we zelf het snelst inzetten, en onderzoeken of dat ook het meest helpend is.
Het gesprek wat volgt is prachtig. Zo mooi, kwetsbaar. Zelfreflectie waar de meeste volwassenen jaloers op zouden zijn.

Op school doe ik meer de pauw en de schildpad, thuis ben ik écht goed in de leeuw.’
Dat blijkt te komen doordat ze op school soms bang is vrienden kwijt te raken. ‘Maar als het echte vrienden zijn, kan je eigenlijk alles tegen ze zeggen…’

Ze zet vaker de leeuw in dan ze eigenlijk zou willen. ‘Als ik ze bang maak, durven ze ook geen dingen tegen mij te zeggen die me misschien pijn doen.’
Zo ontdekt ze dat ze haar gevoeligheid soms verstopt, en het masker van ‘pittige tante’ opzet. Soms handig, ‘maar het is wel stom dat niet iedereen weet hoe ik ook ben.’

Toen hij beschuldigd werd van iets wat hij niet gedaan had en daarvoor naar de directeur moest, koos hij voor de schildpad. ‘Als ik ging zeggen dat ik het niet gedaan had, dacht hij waarschijnlijk toch dat het niet waar was.’ Vanuit de overtuiging dan nog dieper in de problemen te komen, hield hij maar stil.
‘Maar dan heb je niet goed voor jezelf gezorgd’, zegt één van de anderen.

Ik zit erbij en luister. Stuur af en toe een beetje, stel wat vragen. Maar eigenlijk hebben ze me  niet nodig. Ze luisteren naar elkaar, herkennen dingen, voelen zich gehoord en gezien. Geven elkaar tips, omdat ze vinden dat de ander het waard is om goed voor zichzelf te zorgen.
Magisch.

We sluiten af met iets creatiefs.
Welk dier zou je vaker in willen zetten, welke aanpak kan je helpen? En wat heb je daarvoor nodig? Dat woord verwerken we in het armbandje.
‘Durf’, om vaker een leeuw of pauw te kunnen zijn. ‘Hard’ en ‘zacht’, omdat allebei die kanten er mogen zijn en kunnen helpen. En als ze dan per ongeluk ‘hart’ schrijft met de kralen, moet ik glimlachen. Precies meisje, laat je hart maar zien 😊